Een nieuw begin
Zimbabwe, bejubeld vanwege haar prachtige, afwisselende natuur en grote culturele erfgoed, maar verguisd door haar politieke wanbeleid. Langzaam maar zeker begint er echter wat te veranderen. Een nieuwe wind waait over het land en de hoop op en het vertrouwen in herstel wordt steeds sterker. Hotels en lodges heropenen hun deuren en de lokale bevolking staat te trappelen om u te mogen verwelkomen in hun ‘huis van steen’.
Zimbabwe wil terug naar de gloriedagen toen het één van de mooiste landen in Afrika was en het heeft alle potentie om dat doel te bereiken. Er wordt hard gewerkt aan de wederopbouw van het land en toerisme is daarbij een grote steun. Wie het ongerepte Zimbabwe wil ontdekken, moet dus snel zijn.
Op de grens tussen Zambia en Zimbabwe liggen de Victoria watervallen, één van de grootste trekpleisters van het land. Andere bekende bezienswaardigheden zijn het wildrijke Hwange National Park, de indrukwekkende Matobo Hills, de Eastern Highlands en het immense stuwmeer Lake Kariba, dat een grote aantrekkingskracht uitoefent op wild en vogels. Maar de geschiedenis van Zimbabwe vindt haar grondslag in de ruïnes van Great Zimbabwe, die getuigen van een eens welvarend koninkrijk. Een monument dat door de eeuwen heen vele stormen heeft doorstaan en inmiddels symbool staat voor de onverwoestbaarheid van Zimbabwe.
Hoogtepunten
Harare, de hoofdstad van Zimbabwe, werd tot 1982 Salisbury genoemd. Harare is de grootste stad van het land en het centrum van handel en industrie. U vindt er een mix van traditionele en moderne gebouwen, een druk centrum en stille voorsteden met grote huizen en groene tuinen.
In de oostelijke hooglanden, ten zuiden van Harare, ligt Nyanga National Park. In dit park ligt de hoogste berg van Zimbabwe, Mount Nyangani (2.593 m). Het park is niet alleen groen en heuvelachtig, maar ook waterrijk. In de diverse riviertjes en meertjes kunt u uitstekend vliegvissen. Forel en brasem zijn in overvloed aanwezig. De hoogste waterval van Zimbabwe, Mutarazi Falls, is één van de watervallen in het park. Ruïnes van eeuwenoude huizen liggen verspreid over het park. U kunt het park per auto, te voet of te paard verkennen, want het wild dat er leeft, is niet gevaarlijk.
Ten zuiden van de stad Mutare liggen de Vumba Botanical Gardens, op een gedeelte van de oude boerderij Manchester. In dit goed onderhouden park van 159 hectare, is een netwerk van wandelpaden aangelegd langs grote varens en bloembedden, met onder andere hydrangea’s, protea’s, azalea’s, begonia’s, lelies, fuchsia’s en orchideeën. In de tuinen vindt u veel vogels en de endemische Samango apen.
Tegen de grens met Mozambique en Zuid-Afrika ligt Gonarezhou National Park. Het park van 5.000 km² maakt deel uit van Great Limpopo Transfrontier Park, waartoe ook het Kruger Park in Zuid-Afrika en het Limpopo Park in Mozambique behoren. Drie grote visrijke rivieren, Save, Runde en Mwenezi, doorkruisen het park en vormen natuurlijke drinkplaatsen voor vogels en wild. Gonarezhou betekent ‘plaats van veel olifanten’ en dat is niet voor niets! Naast olifanten leven er in het park leeuwen, luipaarden, cheeta’s, buffels, giraffen, zebra’s en vele antilopensoorten.
Zimbabwanen zijn terecht trots op de oude stad die het land zijn huidige naam gaf. De ruïnes van Great Zimbabwe getuigen van een beschaving, lang voordat de eerste blanke het gebied betrad. Moderne technieken wijzen uit dat de stad rond 1200 na Chr. bewoond was, maar enkele eeuwen later ineens verlaten werd. In het Shona betekent Zimbabwe zoiets als ‘huis van steen’ en daarvan zijn er in het complex diverse te vinden. De ruïnes liggen verspreid over drie gedeeltes: het heuvelcomplex, het valleicomplex en de grote omheining (Great Enclosure), waarvan de bedoeling van de conische toren nog steeds voor iedereen een raadsel is. De ruïnes liggen niet ver van de plaats Masvingo, in het zuiden van het land.
In de regio Matabeleland ligt Bulawayo, na Harare de grootste stad van het land. Het overgrote deel van de bevolking van deze stad stamt af van de Ndebele, al vormen zij op landelijk niveau een minderheid. De stad heeft brede, met bomen opgesierde straten. Het natuurhistorische museum is het belangrijkste museum van het land. U vindt er ook een spoorwegmuseum, een kunstgalerie, theaters, het Mzilikazi Arts and Crafts Centre en de Khami ruïnes, die tot Unesco Werelderfgoed behoren. De belangrijkste attractie is echter Matobo Hills National Park dat op nog geen uur rijden van Bulawayo ligt. De heuvels van Matobo (of Matopos) bestrijken een gebied van circa 3.100 km², waarvan 424 km² uitgeroepen is tot nationaal park. Circa een kwart hiervan is afgeschermd voor de bedreigde witte en zwarte neushoorn. Ook andere dieren komen in het park voor, waaronder roofvogels. De granieten heuvels, ook wel ‘kopjes’ genoemd, zijn miljoenen jaren geleden gevormd door erosie en weersinvloeden. Ze danken hun naam aan Ndebele koning Mzilikazi, die een vergelijking trok met kale hoofden. Mzilikazi is begraven in de heuvels, net buiten het park. Op de top van de heuvel Malindidzimu, bij het uitzichtpunt ‘View of the World’, ligt Cecil John Rhodes begraven, de kolonist die in de 19de eeuw zijn naam aan het land gaf (Rhodesië). In diverse grotten in het park zijn rotstekeningen te vinden van San (Bosjesmannen). Het park heeft nog steeds een grote spirituele en culturele betekenis voor de lokale bevolking.
Ten noorden van Bulawayo ligt Hwange National Park. Het grootste wildpark van Zimbabwe is beroemd vanwege de enorme hoeveelheid olifanten. Daarnaast zijn er nog zo’n 100 andere diersoorten en 400 verschillende soorten vogels te vinden. Liefhebbers van de Big Five zijn in Hwange aan het goede adres, hoewel de luipaard en de neushoorn zich goed weten te verstoppen. Het park meet 14.500 km² en ligt circa 1.000 meter boven zeeniveau, waardoor het er, afhankelijk van het seizoen, flink koud kan zijn. Het landschap is zeer gevarieerd en bestaat uit acaciabossen, grasland en zandvlaktes, die vanuit de Kalahari woestijn in Botswana naar Hwange zijn gewaaid. Vanwege het droge klimaat en het ontbreken van grote rivieren in het park, zijn er 63 - door mensen aangelegde - drinkplaatsen in het park, die het wild het hele jaar door van water voorzien. De beste tijd om het park te bezoeken is het droge seizoen (circa juli t/m oktober), wanneer de dieren zich in grote aantallen verzamelen bij de drinkplaatsen.
Op de grens met Zambia ligt nog een Unesco Werelderfgoed: De Victoria watervallen. Deze wereldberoemde watervallen, door de lokale bevolking aangeduid als Mosi-oa-Tunya, ‘de rook die dondert’, vallen over een breedte van circa 1.700 meter en vanaf een hoogte van 110 meter naar beneden. Aan het einde van het regenseizoen (circa mei), als het water in de Zambezi rivier op haar hoogst staat, stort bijna 550 miljoen liter water per minuut, met een enorme kracht de diepte in. De watervallen zijn in deze periode het volst en de enorme wolk van nevel is van kilometers afstand te zien. Van juli t/m oktober neemt de kracht van het water, door de lagere waterstand in de rivier, af en zijn de watervallen over de volledige breedte goed te zien. De watervallen zijn in 1855 door Dr. David Livingstone ontdekt en bestaan uit vijf delen: Devil’s Cataract, Main Falls, Rainbow Falls, Horseshoe Falls en Eastern Cataract. Deze laatste ligt in buurland Zambia. Langs de rand van de watervallen is door de nevel een regenwoud ontstaan, waar u doorheen loopt als u de watervallen bezoekt. In de omgeving van de watervallen staat Big Tree, een enorme baobabboom met een doorsnede van 16 meter en een hoogte van 20 meter.
Lake Kariba is ontstaan na de bouw van een grote stuwdam in de Zambezi rivier, waarmee elektriciteit opgewekt wordt voor Zimbabwe en Zambia. Daarmee werd Lake Kariba het op twee na grootste, door mensen aangelegde, waterreservoir ter wereld met een oppervlakte van circa 5.000 km². Op de zuidelijke oever van het meer ligt Matusadona National Park. Een half ‘verdronken’ mopanebos, met duizenden dode bomen die uit het water omhoog steken, staat hier nog steeds als stille getuige overeind. Het park is relatief klein en beslaat 1.400 km². Door het stijgende water in Lake Kariba zijn veel dieren gevlucht of overgebracht (Operation Noah) naar dit park, waardoor u er niet alleen de Big Five, maar ook elanden, zebra’s, kudu’s en gevlekte hyena’s kunt zien.
In het hart van de Zambezi vallei, ten oosten van Lake Kariba ligt Mana Pools National Park. Ook dit park is uitgeroepen tot Werelderfgoed vanwege haar ‘wilde’ schoonheid en ongereptheid. Het ‘slechts’ 2.190 km² grote park is vernoemd naar de vier waterpoelen die in het park te vinden zijn. Gedurende het hele jaar voorzien zij het wild van drinkwater. ‘Mana’ betekent in de stamtaal Shona ‘vier’. Het park kent een spectaculair landschap met open vlaktes, mopanebossen en vertakkingen van de Ruckomechi rivier. Door de ligging aan de Zambezi rivier, kunt u hier naast gamedrives en begeleide wandelsafari’s ook kanosafari’s maken. Het dierenrijk bestaat onder andere uit olifanten, leeuwen, luipaarden, cheeta’s, wilde honden, buffels, diverse antilopen, nijlpaarden, krokodillen en meer dan 350 vogelsoorten. Mana Pools is de enige plek in de regio waar u de soeni vindt; één van de kleinste antilopensoorten in zuidelijk Afrika.